zondag 31 juli 2011

Peter Vervloed


Peter Vervloed

In de boeken van Peter Vervloed komen twee onderwerpen vaak voor: Indonesië en school. De liefde voor Indonesië komt van zijn vrouw: zij komt er oorspronkelijke vandaan. Hij schrijft veel over school, omdat hij zelf al jaren voor de klas staat.
 

Geboren:
3 mei 1951 te Schoonhoven
Opleiding:
Na de Pedagogische Academie (waar je leert voor meester of juf) deed hij de opleiding MO-nederlands en muziek.
Werk:
Naast het schrijven van boeken werkt hij drie dagen als leraar op een basisschool.
Thuis:
Woont met zijn vrouw Vonnie in het dorpje Udenhout, bij Tilburg. Hij heeft twee kinderen, dochter Nicole en zoon Remco.
Eerste boek:
De kris danst (1986)
Bijzonderheden:
Hij was al lang aan het schrijven, maar geen enkele uitgever had belangstelling voor zijn manuscripten. Toen hij zichzelf al een mislukte schrijver begon te voelen, zei zijn vrouw: ´Waarom ga je de Indonesië-verhalen die je van mijn vader gehoord hebt niet opschrijven?´
Ooit gezegd:
´Ik ben een schrijver die lesgeeft en een leraar die schrijft.´

Over het werk van Peter Vervloed
Als leraar op een basisschool is hij gek op (voor)lezen en vertellen. Toen hij een jaar of tien was, heeft hij het lezen ontdekt. ´Mijn moeder vertelt nu nog vaak dat ze vanaf die tijd geen kind meer aan me had. Ik verslond het ene boek na het andere: over Pim Pandoer, Arendsoog en de schippers van de kameleon. Ik lees nog steeds graag, maar het moeten spannende, ontroerende verhalen zijn. Die wil ik ook schrijven.´
Zijn eerste boek kwam uit in de Zoeklicht-serie van Uitgeverij Zwijsen. De titel De kris danst verraadt een thema dat in zijn verhalen vaak opduikt: Indonesië. Zijn schoonvader kwam uit Indonesië en wist over zijn land veel spannende verhalen te vertellen. Een van die verhalen gaat over een kris die vuur naar zich toe kan trekken. ´Hij schijnt nog ergens te bestaan, maar niemand weet waar.´ Peter Vervloed is zich steeds meer gaan interesseren voor het land waar zijn vrouw nog een sterke band mee heeft. Maar ook zijn woonplaats en zijn school spelen een grote rol in zijn boeken.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Websites over Peter Vervloed

Meer informatie over Peter Vervloed op Laten lezen
 
*
*
Aanklikken voor de vergroting van de collage
*

zondag 24 juli 2011

Monique van der Zanden



Monique van der Zanden

Monique van der Zanden publiceerde aanvankelijk haar boeken onder het pseudoniem Ibis. Vanaf zomer 2005 verschijnen haar boeken onder haar eigen naam.

Geboren:
18 juli 1961 te Den Bosch
Opleiding:
Na de middelbare school studeerde ze een jaar geschiedenis in Utrecht. Ze had daarna verschillende baantjes. Ze heeft één jaar in de sloppenwijken van Kisumu, Kenya, gewoond en gewerkt.
Werk:
Toen haar kinderen klein waren, is ze fulltime huismoeder geweest, met daarnaast allerlei vrijwilligerswerk op hun basisschool (vrijeschool) en in de milieubeweging. In 1999 is ze gaan schrijven
Thuis:
Ze is getrouwd en heeft drie zonen: Bart, Tim en Wouter.
Eerste boek:
Prins Echo (2000)
Bijzonderheden:
Schrijven is iets wat ze als kind al graag deed: ze publiceerde toen wekelijks op de kinderpagina van een plaatselijke krant.
Ooit gezegd:
´Ik ben diep van binnen altijd zelf kind gebleven. Ik ben dol op fantasie, griezelen en magie. Ik hou van de wereld van kinderboeken, droom er graag in weg.´

Boeken van Monique van der Zanden

Over het werk van Monique van der Zanden
Monique van der Zanden debuteerde in 2000 met Prins Echo, een sprookjesbundeltje in de serie Leesleeuw van Zwijsen. Het boek werd in datzelfde jaar genomineerd voor de Johan Diepstratenprijs. Ze koos voor het pseudoniem Ibis omdat ze sprookjes en fantasieverhalen voor jonge kinderen schreef en deze fantasievolle naam (ze kreeg de naam Ibis toen ze Kabouterleidster was bij Scouting) vond ze daar goed bij passen. Later richtte ze zich meer en meer op wat oudere jeugd (tot een jaar of 14), en daarvoor vond ze de naam minder geschikt.
Behalve ‘gewone’ kinderboeken (o.a. Ziza Zapheks, Het spook van Villa Poetskatoen, Beestenspel.nl en De nar van Andersland) schrijft zij ook voor de serie ´Ik ben niet bom´, een reeks die bedoeld is voor dyslectische kinderen, bijvoorbeeld Koerier van de Rover, De vuurwolf en De bloedsteen.

Websites over Monique van der Zanden

Meer informatie over Monique van der Zanden op Laten lezen
*
*
Aanklikken voor de vergroting van de collage

*

donderdag 21 juli 2011

Sjoerd Kuyper


Sjoerd Kuyper

Sjoerd Kuyper schreef een hele serie boeken over de kleuter Robin. Maar wist je dat hij ook de tv-serie Het zakmes heeft gemaakt? Dit spannende verhaal is ook te zien op video. Het zakmes werd maar liefst veertien keer bekroond! Sjoerd kreeg ook al vier Zilveren en een Gouden Griffel.
 

Geboren:
6 maart 1952 te Amsterdam
Opleiding:
Studeerde een paar jaren filosofie in Amsterdam.
Werk:
Ging in 1974 aan de slag als schrijver.
Thuis:
Woont met zijn vrouw Margje in Bergen (Noord-Holland). Hij heeft twee kinderen, zoon Joost (1984) en dochter Marianne (1986).
Eerste boek:
Het boek van Ko de Boswachter (1975)
Bijzonderheden:
Werd in de stad geboren, verhuisde heel vaak, maar woont nu waar hij graag wil blijven: in een dorp bij de polders, de bossen, de duinen en de zee.
Ooit gezegd:
´De schrijver moet niet zeuren! Pas dán is het mis, wanneer zijn kop volledig van zijn romp gescheiden is.´

Boeken van Sjoerd Kuyper

Over het werk van Sjoerd Kuyper
Het allereerste boek van Sjoerd Kuyper was een gedichtenbundel voor volwassenen. Voor kinderen schreef hij samen met Burny Bos en Gerard Brands (ook bekende kinderboekenschrijvers) Het boek van Ko de Boswachter (1975). Echt bekend als schrijver van kinderboeken werd hij door Het zakmes.
Sjoerd Kuyper schrijft ook kinderliedjes, poppenspelen en scenario´s voor de televisie. De serie De freules was op zondagmorgen bij de VPRO te zien. De verhalen uit Majesteit, uw ontbijt zijn eerst op televisie uitgezonden. Daarna werd er een boek van gemaakt.
In 2002 werd Sjoerd Kuyper 50 jaar. De uitgever kwam met een cadeautje: Fanfare, een bundel vol liedjes en informatie over de schrijver.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Het ABC van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Websites over Sjoerd Kuyper

Meer informatie over Sjoerd Kuyper op Laten lezen.


*




*
Aanklikken voor een vergroting van de collage

*

Hans Kuyper



Foto: Nienke Faber
Hans Kuyper

Als je ouders allebei voor de klas staan, je grote broer Sjoerd kinderboekenschrijver is en je zus poppenspeelster, wat zou jij dan worden? Misschien wel iets heel anders. Hans Kuyper koos er wel voor met kinderen te werken. Hij schrijft gedichten en verhalen, en treedt op voor kleuters met een heus kleutercabaretprogramma!
 

Geboren:
6 maart 1962 te Oostvoorne
Opleiding:
Studeerde een aantal jaren kunstgeschiedenis in Amsterdam en haalde daarna zijn horecadiploma.
Werk:
Werkte als acteur, sprak de stemmen in bij buitenlandse tekenfilms en was radiomaker. Vanaf 1998 schrijver en vertaler van beroep.
Thuis:
Woont samen met zijn vrouw en twee zonen in een groen houten huis uit 1880 in Noord-Holland, aan de Zaan.
Eerste boek:
Ik word wel koningin (1997)
Bijzonderheden:
Zijn schrijversschap is precies even oud als zijn oudste zoon, Sebastiaan! (Zijn tweede zoon heet trouwens Daniël.)
Ooit gezegd:
´Beginnen met schrijven is niet zo moeilijk. Je moet gewoon beginnen met schrijven...´

Boeken van Hans Kuyper

Over het werk van Hans Kuyper
Eigenlijk wilde Hans Kuyper toneelspeler worden, maar toen hij zich bij de Amsterdamse Toneelschool meldde werd hij afgewezen. Toch had hij heel wat baantjes die met toneelspelen te maken hadden: hij had kleine rollen in tv-programma´s, speelde in een jeugdmusical en werkte als producent, technicus en manusje-van-alles in een theater. Hij sloot zich aan bij Minjon, de jongerenomroep van de AVRO en belandde zo bij de radio. Daar zou hij 15 jaar blijven werken.
In 1986 maakte hij een stripverhaal bij een voorstelling voor kleuters. Zijn eerste echte boek kwam in 1997 uit. Hans Kuyper presenteerde toen al een tijdje het radioprogramma Pyjamapret voor kleuters. Hij was niet zo tevreden over de versjes en verhaaltjes in dit programma en besloot zelf de pen te pakken. Er zijn inmiddels drie boeken uitgekomen waarin deze versjes zijn verzameld. Daarnaast maakte hij verhalen voor beginnende lezers voor uitgeverij Zwijsen en schreef hij voor wat oudere lezers bijvoorbeeld Brief voor Douwe. Nog steeds houdt Hans Kuyper zich bezig met toneel. Hij reist door het land met de voorstelling Lijmkont een soort cabaretprogramma voor kleuters. Omdat hij ook een aantal dagen per week voor zijn zoontjes zorgt, blijft er weinig tijd voor schrijven over. Dat doet hij dan ook vooral in de schoolvakanties, en ´s nachts!

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Websites over Hans Kuyper

Meer informatie over Hans Kuyper op Laten lezen.


*




*
Aanklikken voor een vergroting van de collage

*

Gerard Tonen

interview

De meest gestelde vragen en mijn antwoorden

Sinds ik mijn site heb, stellen mensen vragen per e-mail over mij en mijn boeken. Hieronder vind je de vragen die het meest worden gesteld. Als je nog een andere vraag hebt, dan kun je die natuurlijk altijd ff mailen. Je krijgt zeker antwoord.

Waar ben je geboren en wanneer?Ik ben geboren in Nijmegen in 1954 op 29 december.

Wat voor een soort kind was je?Tot mijn achtste was ik heel verlegen. Ik was enig kind en vond andere kinderen eigenlijk maar eng. Ik was veel thuis, las erg veel en leefde in mijn fantasie. Ik ben er van overtuigd dat ik in die tijd schrijver ben geworden. Ik las niet alleen het ene na het andere boek, ik verzon ze ook zelf.
Later ben ik veel buiten gaan spelen en ontdekte ik de straat. Naast ons huis was eerst een groot veld waar grote bergen zand lagen. Daar voerden we oorlogen en stookten we in kuilen vuurtjes waar we aardappelen in poften.
Later werd dat een grasveld waar ik dagenlang voetbalde. Gelukkig woonde ik aan de rand van Nijmegen. Even lopen en ik was in de bossen en bij de boerderijen. Ik ben dan wel in de stad opgegroeid, maar de natuur was altijd dichtbij.

Wat waren je favoriete kinderboeken?Daar hoef ik niet lang over na te denken: Puk en Muk van Frans Franssen. Ik had zo'n stuk of tien boeken van Puk en Muk die ik in een rood koffertje bewaarde. Als ik ergens ging logeren nam ik dat koffertje altijd mee. Andere boeken die ik leuk vond: Pietje Bel, de boeken van Pim Pandoer en later de boeken van Biggles.

Waar woon je?Ik woon in 's-Hertogenbosch, of, gemakkelijker gezegd: Den Bosch. Hiervoor woonde ik zes jaar in Arnhem en elf jaar in Leeuwarden. Daarvoor woonde ik zeven jaar in Groningen. Ik ben geboren in Nijmegen, waar ik zevenentwintig jaar heb gewoond. Als je al die getallen bij elkaar optelt, weet je ongeveer hoe oud ik ben.

Leef je van het schrijven of doe je nog ander werk?Nee, ik leef niet alleen van het schrijven. Dat heb ik wel even geprobeerd,  maar dat lukte niet, dat vond ik veel te saai.
Je staat 's morgens op, dan ga je naar je kamer om te werken. Tegen half elf wil je wel even koffie. Dan is er niemand om mee te praten. De hele dag is er niemand om mee te praten.
Schrijven is een eenzaam beroep. Ik ben daar veel te sociaal voor. Jammer genoeg. Want ik zou best alleen willen schrijven. Ik kan het alleen niet. Ik ben ook nog directeur van een toneelgezelschap, namelijk van Het Zuidelijk Toneel in Eindhoven

Waar haal je je ideeën voor de boeken vandaan?Dat vind ik altijd een moeilijke vraag. Er is geen plek waar je die ideeën kunt vinden. Het gaat met flitsen. Opeens is er een idee voor een boek. Dat idee kan ontstaan door een sfeer, een herinnering, een gebaar, een grap, een verrassende wending, een woord, een verhaal. Dus waarschijnlijk haal ik mijn ideeën overal vandaan. Iemand zegt iets en ik denk: een verhaal. Ik wil ideeën krijgen en ik ben er van overtuigd dat je dan ook ideeën krijgt.

Wanneer besluit je aan een boek te beginnen?Op de eerste plaats als een ander boek af is. Kinkt flauw, maar is wel belangrijk. Ik begin nooit aan een nieuw boek als een ander boek niet af is, daar zou ik gek van worden. Ik ben wel altijd bezig met een boek. Of ik schrijf aan een boek, of ik ben bezig met correcties.
Ik vind het moeilijk om te kiezen aan welk boek ik zal gaan beginnen. Je hebt drie verschillende ideeën en welk idee kies je dan? Vind ik altijd lastig. Uiteindelijk wil ik kiezen voor het verhaal dat mij het meest bezighoudt.
Zo zijn er ook ideeën die blijven liggen. Ik heb gemerkt dat er na verloop van tijd stof op zo'n idee komt. Je kunt zo'n idee wel uit de kast halen, maar dan wordt het nooit een goed boek.

Wat vind je het moeilijkst aan het schrijven?Ik vind eigenlijk niks moeilijk aan het schrijven. Het ideeën bedenken, het schrijven zelf, het herschrijven, het sleutelen aan een boek om het beter te laten lopen, het corrigeren: ik vind alles leuk. Ik heb aan alles evenveel plezier. Het enige wat wel eens op mij drukt, is de angst dat er een tijd kan komen dat je geen ideeën meer hebt. Een moment dat je wilt gaan schrijven en je weet niet waarover, dat alle ideeën op zijn. Dat lijkt mij een ramp.

Hoe lang doe je er over om een boek te schrijven?Sommige boeken heb ik onrustbarend snel geschreven. Zo snel dat ik mij er soms voor schaam. Het punt is: aan ideeën heb ik geen gebrek, komt bij dat ik heel snel kan typen. Als ik achter een computer ga zitten, vliegen de verhalen uit mijn handen.
Ik streef er naar om minimaal twee hoofdstukken in de week te schrijven. Meestal worden het er meer. Als ik twee hoofdstukken in de week schrijf, heb ik binnen vijftien weken een boek voor de eerste keer geschreven. Dan is het nog niet klaar, dan moet ik het nog een paar keer herschrijven en corrigeren, maar er ligt wel een nieuw boek in ruwe versie. Als je dat altijd achter elkaar doet, kun je veel boeken schrijven. De afgelopen vier jaar is mij dat gelukt.

Heb je een lievelingsplek om te schrijven?Gelukkig niet. Vroeger wel. Kon ik alleen daar schrijven. Nu kan ik gelukkig overal schrijven, waardoor je meer schrijft. Neemt niet weg dat ik het liefst thuis achter mijn bureau zit te werken, achter mijn eigen computer. Dan heb ik mijn boeken om mij heen, de bekende foto's en tekeningen aan de muur. Ik schrijf het gelukkigst als ik al mijn boeken om mij heen heb, de bekende foto's en kunstwerken aan de muur hangen.

Is het leuk om schrijver te zijn?Ik ben iemand die schrijft, maar ik ben geen schrijver. Een schrijver is iemand die dat in zijn paspoort zet. Ik voel mij ook geen schrijver. Ik ben op de allereerste plaats directeur van een toneelgezelschap. Schrijven is voor de leuk, de poëzie in het leven, eigenlijk beschouw ik dat niet als een beroep.
Het is erg leuk om te schrijven, anders zou ik het ook niet doen. Alleen in een kamer zitten, alleen met je fantasie, alle woorden en beelden in je hoofd, niemand die zegt hoe je dat moet doen: dat is prachtig.

Wat vind je het beste boek dat je hebt geschreven?Dat moet je nooit vragen. Je vraagt aan een vader toch ook niet wel kind hij het leukste en het liefste vindt.

De hoofdpersonen in je boeken, bestaan die echt?Vaak wel, ja. De hoofdpersoon uit 'Mijn vader is een sukkel' ben ik voor een groot deel zelf. Voor een ander deel is het een vriend van mij. De opa uit 'Mijn opa, de vogelman' was mijn opa. Zo zou ik nog wel door kunnen gaan. Als je met mij omgaat, heb je grote kans dat je een keer in een boek verschijnt.

Wanneer ben je begonnen met schrijven?Ik ben heel jong begonnen met schrijven, met het verzinnen van verhalen. Hoe oud zal ik zijn geweest? Vijf, zes jaar? Mijn eerste gedichten schreef ik toen ik twaalf was.
Op mijn dertiende of veertiende heb ik met een vriend een toneelstuk geschreven. We hebben het zelfs op scholen en in bejaardenhuizen opgevoerd.
Mijn eerste verhalen schreef ik toen ik zeventien, achttien was. Ik zal twintig jaar zijn geweest toen mijn eerste verhaal in Vrij Nederland verscheen. Dat was in De Blauw Geruite Kiel, een soort krant voor kinderen. Daar heb ik Karel Eykman leren kennen, die heeft er voor gezorgd dat ik ben blijven schrijven en een uitgever kreeg. Voor het geval hij dit ooit leest: Karel, bedankt.

*




*
Aanklikken voor de vergroting van de collage

*

Dirk Nielandt



Foto: www.dirknielandt.be
Dirk Nielandt

Kinderen moeten vooral niet braaf zijn, of saai, vindt Dirk Nielandt. Dus laat hij eigenwijze, brutale, avontuurlijke of gewoon rare figuren in zijn boeken verschijnen. Zoals Rolf, die per se dief moet worden van zijn vader. En Aldo, die een pashokje uitkomt en opeens niet meer in de winkel is maar heel ergens anders. Of Wout, een ridder die zijn helm nóóit meer af wil zetten.
 

Geboren:
5 augustus 1964 te Vilvoorde (België)
Opleiding:
Studeerde marketing en journalistiek.
Werk:
Dirk Nielandt schrijft scenario´s voor (kinder)tv-programma´s. Hij was hoofdredacteur van het Suske en Wiske Weekblad en schreef het scenario voor de Suske en Wiske film De Texas Rakkers (2006).
Thuis:
Getrouwd met Claudia, vader van dochter Joni (1996) en zoon Mees (1998).
Eerste boek:
Traan (1995)
Bijzonderheden:
Dirk Nielandt schrijft sketches en scenario´s voor veel bekende programma´s. In België bijvoorbeeld Schuif Af en in Nederland voor De Sprookjesboom en Sesamstraat.
Ooit gezegd:
´Brave kinderen zijn het ergste wat de wereld kan overkomen.´ Toen hij dat zei had Dirk Nielandt zelf nog geen kinderen. ´Nu piept hij wel anders,´ vermeldt zijn website...

Boeken van Dirk Nielandt

Over het werk van Dirk Nielandt
Dirk Nielandt begon zijn schrijversloopbaan geïnspireerd door Pippi Langkous. De kinderen in zijn werk zijn dan ook geen brave figuren, ze bedenken juist de wildste plannen. Traan (1995), zijn eerste boek, gaat over een jongen die (stiekem) opgroeit in de gevangenis, in Blok M. Op een dag wordt hij er uitgezet en moet zichzelf alleen zien te redden. Ondertussen zijn alle vrouwen uit Blok M ontslagen uit de gevangenis en naar hem op zoek.
Daarna volgden vele titels, veelal voor jongere kinderen, waaronder zoekboeken als Wie (1998), Zoekhuis 101 (2003) en Zoekwinkel (2006).
Ook schreef Dirk Nielandt veel AVI-boeken. Een heel aantal daarvan is lekker spannend, zoals De tas (2007), De gevaarlijke tocht (2009), en De griezelwinkel (2009). Ook schreef hij een serie boeken over Rolf, een jongen die van zijn vader moet leren stelen. Hij komt uit een familie van dieven en zijn vader is hoofd van een dievenschool. Rolf doet er alles aan om weg te komen van Dievenschool, en alle opdrachten in de war te sturen. Al gaat hij ook weer terug... Dievenschool, op vrije voeten won de Prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Nooit meer Dievenschool was in 2011 kerntitel van de Nederlandse Kinderjury.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)

Websites over Dirk Nielandt

Meer informatie over Dirk Nielandt op Laten lezen.


*



*
Aanklikken voor een vergroting van de collage
*

Martine Letterie



Foto: Mark Sassen
Martine Letterie

Je zal maar ontdekken dat je voorouders tot een dievenbende behoorden. Martine Letterie schreef er een spannend verhaal over. En het is nog echt gebeurd ook! Geschiedenis is haar grote hobby. Ze weet er dan ook boeiend over te vertellen.
 

Geboren:
12 december 1958 te Amsterdam
Opleiding:
Ze studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde in Utrecht, hoofdvak Middelnederlandse Letterkunde.
Werk:
Ze stond ruim twaalf jaar voor de klas als lerares Nederlands op mavo, havo, vwo, meao en gaf de laatste vier jaar daarvan jeugdliteratuur op de Pabo in Doetinchem. Nu fulltime schrijver en freelancer op het gebied van jeugdliteratuur.
Thuis:
Ze is getrouwd en heeft drie kinderen: een meisje en een tweeling (jongen en meisje). Het gezin woont met veel plezier in de Achterhoek.
Eerste boek:
Het Schorriemorrie van de Pruk (1996)
Bijzonderheden:
Haar eerste twee boeken gaan over haar eigen stamboom, en ze is van plan er nog meer over te schrijven. Stamboomonderzoek is naast lezen haar belangrijkste hobby. ´Gelukkig heb ik voorouders die de nodige sporen hebben achtergelaten.´
Ooit gezegd:
´Geschiedenis geeft het heden een extra dimensie. Ik breng de geschiedenis graag tot leven, zodat kinderen daarvan kunnen meegenieten.´

Boeken van Martine Letterie

Over het werk van Martine Letterie
Haar ouders lazen en lezen allebei veel en graag. Zelf las ze zich als kind al helemaal scheel. De schoolbibliotheek had ze op een gegeven moment uit: ´De Arendsoog- en Kameleonboeken liet ik ongelezen staan, want daar vond ik niets aan. Ik ging elke week naar de bibliotheek en zocht zo dik mogelijke boeken uit. Anders moest ik zo snel weer terug.´ Samen met een vriendinnetje maakte ze toen ze negen jaar was boeken na. ´Ik heb er nog een paar. Daar staat op dat ze deel uitmaken van de muizenserie, en ze hebben een heuse flaptekst.´ Toen ze in de Griffeljury zat, merkte ze dat er weinig historische romans voor kinderen waren. Dat zijn het soort boeken waar ze het meest van houdt. Toen besloot ze die zelf te gaan schrijven. De combinatie van archiefonderzoek en schrijven bevalt haar erg goed. Er gaat elke keer weer een spannende speurtocht aan het schrijven vooraf, en dat vindt ze heerlijk. In Het schorriemorrie van de pruk komen twee Haagse 17e eeuwse bendeleiders voor. Toen ze dat boek schreef, dacht ze dat dat de enige twee misdadigers in haar stamboom waren, ´maar inmiddels weet ik dat schering en inslag was.´ Rond haar boek Focke en het geheim van Magnus is in Groningen en onderwijsproject geweest, waaraan meer dan 115 scholen hebben meegedaan. Inmiddels gelooft iedereen in Groningen, dat Focke echt bestaan heeft, terwijl ze hem toch echt verzonnen heeft!

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Suggesties
- Martine Letterie leest voor uit Bommen op ons huis.
- Martine Letterie aan het woord op Laten lezen.

Websites over Martine Letterie

Meer informatie over Martine Letterie op Laten lezen
 
*
 
 
*

Aanklikken voor een vergroting van de collage

*

Maria van Eeden



Maria van Eeden

Maria van Eeden heeft heel veel boekjes geschreven voor het leesonderwijs. Daarnaast maakt ze verhalen voor lezers vanaf een jaar of negen. Daarin speelt de fantasie een belangrijke rol.

Geboren:
29 maart 1945 te Hilversum
Opleiding:
Ging naar de kweekschool voor onderwijzers en volgde daarna allerlei cursussen en opleidingen voor tekenen, schilderen en grafische technieken.
Werk:
Van Eeden stond vijf jaar voor de klas. Toen ging ze puzzels en spelletjes maken voor de kindertijdschriften Okki en Taptoe en begon ze met schrijven. In 1990 is ze weer gaan lesgeven, nu als remedial teacher.
Thuis:
Heeft drie kinderen: twee dochters en een zoon. Maar die zijn al heel groot. Ze wonen allang niet meer thuis.
Eerste boek:
Met Noga en een rugzak (1994)
Bijzonderheden:
Ze is altijd bezig met tekenen. ´Ik maak zeefdrukken en etsen. Sommige van mijn boeken illustreer ik zelf.´
Ooit gezegd:
´Fantaseren is net zoiets als vliegen. Alles kan in je fantasie. Er is niets wat je tegenhoudt. Maar... je moet wel durven´

Boeken van Maria van Eeden

Over het werk van Maria van Eeden
Maria van Eeden komt uit een groot gezin: ´Wij waren met een heleboel kinderen. Twaalf waren het er. Ik was zelf de derde, dus ik had negen broers en zusjes onder me. Vaak moest ik op ze passen. Dan vertelde ik grappige verhaaltjes en daar tekende ik ook bij. Op die manier ontdekte ik dat ik dat leuk vond en dat ik dat goed kon. En zo doe ik het nog steeds.´Ze begon met boekjes te maken voor kinderen die pas leren lezen, voor uitgeverij Zwijsen. Zelf vindt ze Met Noga en een rugzak haar eerste ´´echte´ boek. Dit verscheen in 1994. Ze maakt nog steeds veel boeken voor het leesonderwijs. Daarnaast schrijft ze verhalen voor lezers van negen jaar en ouder. ´In mijn boeken en verhalen is het duidelijk dat je eigen voorstellingsvermogen, je fantasie, je grootste kracht is. Daarmee maak je je leven rijker. Je verbeeldingskracht kun je altijd aanspreken. Als je je verveelt, als je je ellendig voelt of als je in de problemen zit kun je daarmee ontsnappen uit die situatie, ook letterlijk. Lezen is een prachtige manier om je verbeeldingskracht te voeden. Creativiteit in denken en doen kun je in al mijn boeken terugvinden.´

Verder zoeken
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Websites over Maria van Eeden

Meer informatie over Maria van Eeden op Laten lezen
*
*
Aanklikken voor een vergroting van de collage


dinsdag 19 juli 2011

Debora Zachariasse

Debora Zachariasse


  1. Biografie
  2. Links
Debora Zachariasse is dol op verhalen vertellen. Als kind las ze alles wat los en vast zat. Het mooiste vond ze verhalen waarbij je een beetje in het hoofd van de hoofdpersoon kunt kijken, zodat je meebeleeft wat die denkt en voelt. Ze hield ook erg van sprookjesachtige verhalen. Ze droomde er van om op een dag zelf echt schrijver te worden - of anders heks die alles weet over geneeskrachtige kruiden en brouwsels.
Voor kruidenheks bestond nu niet direct een opleiding, maar apotheker kwam in de buurt. Debora werkte jarenlang in dit vak en leerde heel veel mensen hoe ze echte geneesmiddelen moesten bereiden. Alleen was het jammer dat er in de apotheek bijna geen kruiden meer worden gebruikt! Jarenlang schreef ze al haar verhalen op, en toen haar dochters leerden lezen, schreef ze ook verhaaltjes voor hen.
Op een dag stuurde ze er eentje op naar Kluitman, en dat werd haar eerste boek: Geheime Briefjes. Na Geheime Briefjes werkt ze aan een hele serie over Mats en Marit Warrel. Bij een andere uitgever zijn nog 2 jeugdromans verschenen over Daffodil. Inmiddels wordt haar werk ook vertaald. Debora heeft geen tijd meer voor de apotheek, maar ze heeft nog wel een grote kruidentuin. Ze woont midden in het land tussen de appelbomen, samen met haar man en 2 dochters, een hond, een stel kippen en een zwarte kat.
Als je meer wilt weten over Debora Zachariasse en haar werk, kijk dan op www.debweb.nl
Meer van Debora Zachariasse:


  
*
 
 
*
Aanklikken voor een vergroting van de collage
*


Marlies Verhelst


Marlies Verhelst

Marlies Verhelst geeft Nederlands op een middelbare school. Nadat ze altijd schrijvers uitnodigde om bij haar op school te komen vertellen en voorlezen, wilde ze zelf ook graag schrijven. Ze won een schrijfwedstrijd, en in 2009 verscheen haar eerste boek.
 

Geboren:
21 augustus 1969 te Vlaardingen
Opleiding:
Ze studeerde Nederlands in Leiden.
Werk:
Lerares Nederlands op een middelbare school.
Thuis:
Marlies is getrouwd met Hans. Ze hebben een zoon en wonen in Spijkenisse.
Eerste boek:
Een foto in de sneeuw (2009)
Bijzonderheden:
Op de middelbare school waar Marlies Nederlands geeft, organiseert zij regelmatig schrijversbezoeken. Elke keer als een schrijver aan haar leerlingen vertelde over de boeken die hij of zij geschreven had, droomde Marlies ervan zelf ook schrijver te worden.

Over het werk van Marlies Verhelst
Sinds 1992 werkt Marlies als docente Nederlands op een middelbare school. In 2006 deed ze mee aan een verhalenwedstrijd in het tijdschrift Libelle, en won. Toen had ze de smaak van het schrijven te pakken.
In 2009 verscheen haar eerste boek, Een foto in de sneeuw. Het gaat over de tijd na de Tweede Wereldoorlog, en wat er toen allemaal veranderde in Nederland. Je leert er over Willem Drees, die toen minister-president van Nederland was. Het boek hoort bij de serie ´Terugblikken´ van uitgeverij Delubas. Daarna schreef Marlies twee samenleesboeken, Een held met een beer en Prutspiet. In 2010 verscheen Waarom ik niet? over Aletta Jacobs, de eerste Nederlandse vrouw die naar de universiteit ging.

Websites over Marlies Verhelst

Meer informatie over Marlies Verhelst op Laten lezen
 
*


*
Aanklikken voor een vergroting van de collage
*

maandag 18 juli 2011

Ivo de Wijs



Ivo de Wijs
Heeft u een huisdier?
Ja een kat, Max, een afkorting van Maxi. Zijn moeder heette Mien, van Mini.

En verder?
Verder niks. Katten vind ik toch wel de leukste dieren, zij komen ook het meeste in mijn kinderboeken voor. Ze zijn zo aaibaar en stellig: nu wil ik mijn eten, nu wil ik naar buiten, nu wil ik dit, nu wil ik dat. Vroeger als kind had ik meer huisdieren. Mijn ouders haalden alles in huis wat we maar wilden: eenden, honden, schildpadden. Ik weet nog dat ik voor mijn Eerste Heilige Communie een wit konijn kreeg.

Was u een buitenkind?
Helemaal niet. Misschien probeerde mijn moeder me met die dieren wel naar buiten te lokken. Ik zat altijd met mijn neus in de boeken. Ik ben opgevoed met Bolke de Beer. Ken je die boeken? Ze gingen over beren die op de Veluwe wonen, temidden van dieren die daar écht leven. Ik vond de verhalen toen ongelooflijk spannend, maar achteraf denk ik: raar toch dat ik dat allemaal geloofde. Die beren liepen met een wandelstokje: dat is bespottelijk.

Kán zoiets niet volgens uw eigen De Wijs-regel?
Een verhaal of gedicht moet enig realisme hebben. Ik lees wel eens een kinderboek van iemand die literaír wil schrijven, dan krijg je een blauwe poes die op de noordpool rondloopt, of kikkers die elkaar een liefdesbrief schrijven. Dan denk ik: kikkers kwaken gewoon. De dierenverhalen van Toon Tellegen bijvoorbeeld snap ik niet omdat ze te veel duim zijn. Hij wil de kern, het dierlijke van dieren raken, maar daar weten we niets van. Mijn dieren doen controleerbare dingen. Een krokodil van mij wil af en toe wat verscheuren.

Uw dieren praten, dat heb ik in het echt nog nooit gehoord.
Ha ha, nee. Het gebruik van pratende, aaibare dieren in kinderboeken is gewoon een trucje. Volwassenen trappen daar niet meer in. De dieren dienen om de wereld te verkleinen tot het formaat van de kinderkamer. Een kinderkamer ligt ook altijd vol knuffels. Via de dieren kun je kinderen een beetje vertrouwd met de wereld maken.

Hoe aaibaar schrijft u?
In een kinderverhaal zal ik nooit wreed zijn, in andere verhalen trouwens evenmin. Maar ik wil ook weer niet te zoetsappig zijn. Ik vind het leuk om kinderen uit te dagen, ze soms op het verkeerde been te zetten. In Koeienletters vraag ik bij een tekening van een rijtje dieren: ‘Lopen ze hand in hand?’ En dan schrijf ik: ‘Nee, ze lopen / vleugel in poot / in poot in poot / in poot in poot!’ Ik stel meer van dit soort vragen in dit boek. Een recensent vond het helemaal niks. Maar ik vond het leuk.

Hoe ontstaat bij u een kindergedicht of –verhaal?
Dat is heel verschillend. Soms zie ik op een wandeling iets waardoor het begint te borrelen, of een leuke ansichtkaart brengt me op een idee - ik ben een vlijtig verstuurder van kaarten. Soms zegt een illustrator: ik wil zo graag eens een draak tekenen, kun jij daar niet een verhaal over schrijven? Soms komt de uitgeefster met een plan. Ooit ben ik kinderboekjes gaan schrijven voor mijn twee kinderen. Ik wilde graag iets voor ze doen en ik kan niet timmeren. Mijn kinderen hebben wel eens gezegd: alles wat wij krijgen komt uiteindelijk in de winkel terecht.

Aquarium

Ga je mee
Ga je mee
Naar de diepten van de zee?
Want het is zo indrukwekkend allemaal
Je ziet de sidderrog, de horsmakreel, de scharretong,
de koffervis, de jacobszalm, de pieterman, de hamerhaai,
de wijting en de aal.

Ga je mee?
Ga nou mee
We gaan duiken in de zee
Dan leer ik je alle namen: schelvis, koolvis, zalm en griet
Leer die namen uit je hoofd en geniet
Want ken je al die namen niet …
dan weet je écht niet wat je ziet!

(uit: Saint-Saëns, Het Carnaval der Dieren, geschreven en verteld door Ivo de Wijs)


Uw krab krabt, de pad glibbert over het pad, de schildpad wil schildknaap worden.
De woorden zijn bij mij altijd ook op vakantie, het gaat nooit alleen maar om de inhoud. Ik hoop dat mijn taalspel en rijmplezier op kinderen overslaan. Soms laat ik kinderen zelf een rijm afmaken, zoals in De club van de krabben. Ik sla mijn lezers altijd een beetje hoger aan dan wat ze feitelijk kunnen, om te voorkomen dat ik ze te láág aansla. Vroeger als kind had ik een tante die altijd zei: goh, kun jij je veters al strikken? Ja natúúrlijk kan ik mijn veters al strikken! Tut!

Wat rijmt op pinguïn?
Daar heb ik wel eens iets over geschreven, dat werd toen iets met ‘dat ik een ring win’. Eigenlijk is het rijm niet helemaal juist, maar oké.

En wat op aalscholver?
Dat is een stuk moeilijker. Laat me eens denken. ‘Golfer’ is met een ‘f’, dat valt dus af. Je moet aal- er trouwens bij betrekken, daar ligt de hoofdklemtoon. Ehm… Misschien zou ik iets doen met een specialistische kapper, een watergolver. Het blijft behelpen. Ik zou een halve dag nodig hebben om hier iets op te vinden.

In het gedicht ‘De zwaan’ dat u maakte bij Saint-Saëns’ muziekstuk Het Carnaval der Dieren staat: ‘Een witte zwaan glijdt door het water / Helaas, zijn mooie blanke dons / Wordt langzaam kleverig en smerig / door al die viezigheid van ons’.
Milieuvervuiling en dierenmishandeling vind ik zulke erge dingen! Ik ga niet de bio-industrie aanklagen in een kindergedicht, maar soms wil ik wel zeggen dat we zorg moeten dragen voor dieren en de natuur. Die oude onderwijzer in mij wil stiekem toch dat een kind iets leert. Maar het mag nooit te braaf zijn hoor, een verhaal of gedicht moet altijd railleren.

In uw kinderboeken lopen katten, koeien, draken, zwanen, olifanten, kikkers, krabben ezels, paarden en varkens rond. Welk dier ontbreekt nog?
Ik zou nog wel eens een boek over een inktvis willen schrijven, vanwege die acht armen. Ken je de poster van Octopussy van James Bond? Daarop houdt de vrouw uit de titel met haar acht armen van alles vast, een cocktail, een mes, ondertussen omhelst ze Bond ook nog. Dat ziet er geweldig uit. Al die kronkelende armen kun je in een kinderboek natuurlijk op een mooie manier vormgeven.

En de vis spuit natuurlijk inkt.
O ja, wat leuk! Een bladzijde kan helemaal blauw zijn, of de inkt kan uitlopen naar de volgende bladzijde, of er ligt een spoor van inktspatten. Zullen we het samen maken?

Uw kinderen zijn de deur uit, voor wie schrijft u nu uw kinderboeken?
Voor ieder kind dat van avontuur houdt. Veel kinderen kijken tegenwoordig naar Spongebob, dat is wegwerptelevisie, dat is goedkoopte! Als ik vroeger Ivanhoe had gelezen, of Robin Hood, dan rende ik daarna naar buiten om een pijl en boog te snijden en te vechten tegen Jan zonder Land. Een fantasievol verhaal zet zich voort in de echte wereld, het verruimt je leven. Ik hoop dat dat bij mijn boeken ook zo werkt.

*




*
Aanklikken voor een vergroting van de collage

*

Ben Kuipers



Foto: Job Kuipers
Ben Kuipers

Ben Kuipers schrijft over de dingen die hij zelf meemaakt. Over zijn kinderen Job en Diede bijvoorbeeld. Nu zij groter zijn vindt hij het leuk om terug te lezen wat zij vroeger deden. De verhaaltjes zijn voorgelezen in het televisieprogramma Sesamstraat. In 2001 kreeg Ben Kuipers een Vlag en Wimpel voor Boos in de doos een boekje voor beginnende lezers. In 2004 ontving hij diezelfde prijs voor Het schrift van Dries.
 

Geboren:
13 juli 1944 te Oldenzaal
Opleiding:
Studeerde een paar jaren psychologie.
Werk:
Werkt als journalist en schrijft voor tijdschriften.
Thuis:
Woont in Nijmegen en heeft twee kinderen, Diede en Job.
Eerste boek:
Een zelfgemaakte zomer (1986)
Bijzonderheden:
Toen Ben Kuipers zijn kinderen uit Jip en Janneke voorlas, zei Diede dat zij ook graag in een boek wilde voorkomen. Diede kreeg haar zin. En zo werd haar vader schrijver!
Ooit gezegd:
´Wat ik prachtig vind, en wat ik in mijn boeken graag gebruik, is de andere manier waarop kinderen denken.´

Boeken van Ben Kuipers

Over het werk van Ben Kuipers
Vroeger las Ben Kuipers veel boeken: zijn buurman had een bibliotheek waaruit hij mocht lenen zoveel hij wilde. Als hij daar nu aan denkt verzucht hij: ´Dat waren nog eens tijden!´ Zijn eerste verhalen schreef hij voor zijn eigen kinderen. Ze werden uitgegeven in de bundels Job en Diede en Diede en Job. De inspiratie voor zijn verhalen haalt hij uit zijn directe omgeving of uit zijn jeugd. Zo hadden zijn ouders een winkel, net als de oma van Sijmen, de hoofdfiguur uit Een zelfgemaakte zomer.
Ben Kuipers werkt mee aan de kindertijdschriften (Okki, Taptoe en Donald Duck) en aan Margriet. Hij schrijft ook teksten voor Sesamstraat. De verhalen over Job en Diede zijn in dit televisieprogramma voorgelezen.

Websites over Ben Kuipers

Meer informatie over Ben Kuipers op Laten lezen.


*



*
Aanklikken voor de vergroting van de collage

*

Annemarie Bon


Annemarie Bon

Vanaf 1983 schreef Annemarie Bon tientallen avi-boekjes, leesboekjes bij lesmethodes en meer dan dertig Junior Informatieboekjes. Help, een spreekbeurt! uit 2002 is haar eerste informatieve kinderboek. In 2004 verscheen Ik leef nog!, haar eerste fictieboek voor kinderen.
 

Geboren:
11 februari 1954 te Den Bosch
Opleiding:
Annemarie Bon ging na de middelbare school (mms) naar de laboratoriumschool, waar ze biochemie studeerde.
Werk:
Ze werkte in een ziekenhuislaboratorium, later in een biowinkel en ging toen aan de slag bij het Brabants Dagblad als freelance journalist. Vanaf 1991 was ze hoofdredacteur van het kindertijdschrift Taptoe. Sinds 2002 is ze fulltime schrijfster.
Thuis:
Ze woont alleen in een heerlijk huis vlakbij het station in ‘s -Hertogenbosch. Haar twee volwassen zonen (Matthijs en Daan) komen er graag op bezoek!
Eerste boek:
Help, een spreekbeurt! (2002)
Bijzonderheden:
Met Rom Molemaker schrijft ze om en om een deel van de serie ´Goudkust´. ´Alleen geschikt voor wie gevoel voor humor heeft´, aldus de schrijfster!
Ooit gezegd:
´Ik wil graag een literaire kinderlokker zijn. Ik wil niets liever dan kinderen met mijn verhalen en teksten verleiden tot lezen.´

Boeken van Annemarie Bon

Over het werk van Annemarie Bon
Annemarie Bon is altijd een leesmonster geweest en zelfs op straat liep ze altijd te lezen. Hoewel schrijvers altijd haar helden zijn geweest en hoewel Nederlands een van haar lievelingsvakken was en ze geen onaardige opstellen schreef, vindt ze het zelf toch een wonder dat ze schrijfster geworden is. ´Het is dankzij uitgevers en redacteuren die me vroegen verhaaltjes en boeken te schrijven dat ik steeds een stapje verder durfde te gaan. Heel lang dacht ik van mezelf dat ik niet creatief was... Gelukkig ontdekte ik dat ik dat wel ben.´
Ze werkte een aantal jaren bij Taptoe. Voor dit blad en voor Okki schreef ze zelfleesverhaaltjes. De volgende stap waren zelfleesboekjes voor Zwijsen en informatieve boekjes voor de reeks Junior Informatie. Ze schreef leesboekjes bij Veilig Leren Lezen, Leeslijn en Leeshuis, tientallen avi-boekjes, waaronder ook titels voor kinderen met leesmoeilijkheden, informatieve boeken voor kleuters (´Leuk om te weten´) en de Help-serie. Daarna volgden ook kinderboeken en jeugdromans.
Bon schrijft allerlei soorten genres, maar met de nadruk op avontuurlijk, spannend en realistisch. Voor tieners publiceerde ze spannende boeken over heftige, emotionele, realistische thema´s. Voor jongere lezers legt ze zich de laatste tijd toe op humoristische verhalen. Samen met illustratrice Gertie Jaquet heeft ze een aantal dierenverhalen met Haas in de hoofdrol gemaakt. Gertie heeft poppenkastpoppen gemaakt bij het prentenboek Worteltjestaart. Daarmee treden ze samen op.
Annemarie Bon is altijd druk: ´Naast mijn werk als schrijver, leg ik gemiddeld twee keer per week schoolbezoeken af voor SSS, geef ik jaarlijks in eigen beheer een cursus voor kinderen schrijven, zit ik in het bestuur van de VVL (vereniging voor letterkundigen) en verricht ik werkzaamheden voor CPNB, Artis, de Kindertaalkalender, Teleac/NOT en nog altijd voor educatieve uitgeverijen.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)

Suggesties
- Auteur van de maand op Kinderboekenplein.
- Auteur van de maand op Jeugdboekenplein.

Websites over Annemarie Bon

Meer informatie over Annemarie Bon op Laten lezen
 
*
 
 
 
 
*
Klikken voor een vergroting van de collage
*

Anke Kranendonk


Anke Kranendonk

Anke Kranendonk schrijft korte verhalen in kindertijdschriften, boeken voor het leesonderwijs en verhalen voor lezers vanaf een jaar of tien. Daarin stelt ze moeilijkere onderwerpen als ziek zijn of doodgaan aan de orde.
 

Geboren:
16 mei 1959 te Baarn
Opleiding:
Volgde kort de Academie voor Lichamelijke Opvoeding en Sport en ging daarna naar de Pedagogische Academie.
Werk:
Stond een tijdje voor de klas, maar wilde eigenlijk iets met toneel doen. Daarom volgde ze lessen toneel, beweging, camera lessen en nog veel meer. Ze richtte haar eigen theatergezelschap op.
Thuis:
Is moeder van drie kinderen, een dochter en twee zonen.
Eerste boek:
Van huilen krijg je dorst (1993)
Bijzonderheden:
Werkte mee aan verschillende televisieproducties, zoals Buurman Bolle van de VPRO, en richtte haar eigen theatergroep op, ´Lieve Jan´, waarmee ze op scholen en in theaters heeft gespeeld.
Ooit gezegd:
´Ik ben altijd met een boek bezig, soms wel met drie tegelijk, dan werk ik een tijdje aan een boek, leg het weg, en werk dan even aan een ander verhaal.´

Boeken van Anke Kranendonk

Over het werk van Anke Kranendonk
In haar debuutroman, Van huilen krijg je dorst, heeft Joris een ernstig zieke oom. Er wordt open en eerlijk over het ziekteproces geschreven, zonder dat het een somber verhaal wordt. In Hoe gaat het? Goed vertelt ze over een geadopteerde jongen die besmet is met het aidsvirus. Voor dit verhaal ontving ze een eervolle vermelding van de jury van de Unesco-prijs voor jeugdliteratuur en tolerantie.
In Ik word nooit normaal maakt Anne, een echte piekeraar, in het eerste jaar op de middelbare school zoveel nieuwe dingen mee dat ze er zelf wel eens aan twijfelt ooit nog normaal te zullen worden.  Ook Sean uit Daar gaan we weer zit in de brugklas. Hij vindt alles en iedereen stom, zowel zijn klasgenoten als de leraren. Ook thuis staat alles op stelten.
Alles is weg is een boek in de ´Slash-serie´. Fae wordt tijdens een uitstapje met haar vriendenclub onwel. Zij noemt een naam: Muis. Deze Muis staat centraal in de rest van het verhaal; samen maken zij deel uit van een hechte vriendengroep. Muis en zijn vriend Billy - de broer van Fae - ondernemen graag en vaak gevaarlijke dingen. En dat wordt Muis fataal. Het boek behoorde tot de kerntitels van de Jonge Jury 2010.
In haar verhalen voor het leesonderwijs schrijft ze over eenvoudigere onderwerpen, zoals verliefdheid, vriendschap of dieren.
Haar verhalen kennen vele dialogen en korte zinnen en zijn daardoor toegankelijk voor een brede doelgroep. Ze schrijft herkenbaar en met veel gevoel voor wat pubers mee (kunnen) maken. Haar verhalen voor jongere kinderen zijn vaak humoristisch en ontroerend tegelijk.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)

Websites over Anke Kranendonk

Meer informatie over Anke Kranendonk op Laten lezen
 
*
 


*
Aanklikken voor een vergroting van de collage

*

Riet Wille



Riet Wille

Riet Wille specialiseerde zich in gedichten, bakerachtige rijmpjes, raadsels en taalspelletjes. Daarnaast schreef ze voorleesverhalen voor kleuters.

Geboren:
9 april 1954 te Gent (België)
Opleiding:
Riet Wille deed de opleiding logopedie in Gent en studeerde neurolinguïstiek aan de Vrije Universiteit Brussel.
Werk:
Ze werkte tot 2000 in een revalidatiecentrum en laste toen een rustperiode in om zich meer te kunnen richten op het schrijven. Daarnaast volgde ze een opleiding taakleerkracht. Momenteel combineert ze haar schrijverschap met een parttime baan op school.
Thuis:
Riet Wille heeft drie dochters: Marthe, Hanne en Flore. Ze woont met haar gezin in het hartje van Gent.
Eerste boek:
Zuurtjes en zoetjes (1984)
Bijzonderheden:
Ze levert regelmatigeen bijdrage aan de kindertijdschriften Dopido, Doremi en Zonnekind.
Ooit gezegd:
´Ik lees nog steeds veel kinderboeken en daar geniet ik enorm van. Af en toe lees ik ook een boek voor volwassenen. Ik houd ontzettend veel van kinderpoëzie en sommige verzamelbundels heb ik al tientallen keren herlezen: Als je goed om je heen kijk zie je dat alles gekleurd is, De dichter is een tovenaar, Al mijn later is met jou ...´

Over het werk van Riet Wille
Riet Wille groeide op als bloemistendochter in Lochristi, een bloemengemeente vlakbij Gent. Als kind heeft ze heel veel buiten gespeeld met andere kinderen, kampen gebouwd en zo meer. En waarschijnlijk begon haar liefde voor de natuur ook in die periode. Als kind werd ze nooit voorgelezen en lezen werd zeker niet gestimuleerd. ´Mijn ouders hadden liever dat ik meehielp op de bloemisterij of instond voor huishoudelijke klussen.´ Als kind las ze alle klassieke meisjesboeken en naast die doorlezers kregen vooral An Rutgers van der Loeff en Thea Beckman haar voorkeur.
Na het middelbaar onderwijs wilde ze beroepshalve iets doen met taal én met kinderen die anders waren. Logopedie was dan ook een voor de hand liggende keuze. De eerste jaren werkte ze beroepshalve met kinderen met een licht mentale handicap en kinderen uit het regulier onderwijs met dyslexie. Na een aantal jaren koos ze voor een heel jonge doelgroep, kinderen tussen 0 en 3 jaar. ´Ik werkte met kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Daar waren kinderen bij die nauwelijks taal verstonden en bij die kinderen ben ik gestart met versjes en liedjes met gebaren en zo ging de wereld van de kinderpoëzie voor mij open.´
Daarnaast bleef ze sterk geboeid door eerste en moeilijke lezers. Dit was aanleiding tot het schrijven voor beginnende en moeilijke lezers. ´Ik vond het ook belangrijk om in die boeken verschillende literaire genres aan te bieden: poëzie, verhalen, informatief, brieven, raadsels, abc boek...´

Verder zoeken
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Suggesties
Interview Hollandse Nieuwe niet besteed aan Riet op Voorleesplein.

Websites over Riet Wille

Meer informatie over Riet Wille op Laten lezen
*


Aanklikken voor de vergroting van de collage

*

Anne Takens


Anne Takens

Anne Takens heeft ruim veertig boeken geschreven. De meeste zijn voor kinderen op de basisschool. Ze gaan over pesten, angst, dieren, muziek, de natuur.... over van alles en nog wat waar je misschien zelf ook wel mee te maken hebt...
 

Geboren:
14 april 1938 te Schiedam
Opleiding:
Volgde de lerarenopleiding Nederlands (MO-A).
Werk:
Werkte als secretaresse en is nu fulltime schrijfster.
Thuis:
Is getrouwd, moeder van drie (volwassen) kinderen en oma. Ze woont met haar man in Arnhem in een vrijstaand huis (dat ook vaak in haar boeken voorkomt!). Haar poes houdt haar bij het schrijven graag gezelschap.
Eerste boek:
Even schuilen voor het onweer (1986)
Bijzonderheden:
Toen ze zeven jaar was had ze weinig speelgoed: een kale hond en een bromtol. Daarom zat ze veel te tekenen en te schrijven, want papier en potloden had ze wel. Ze droomde ervan schrijfster te worden en het liefst een beroemde!
Ooit gezegd:
´Ik ben altijd een kind gebleven. Hoe zou je anders kinderboeken kunnen schrijven?´

Boeken van Anne Takens

Over het werk van Anne Takens
Anne Takens groeide op als oudste in een gezin met drie dochters. Ze had een creatieve moeder en ook haar vader schreef toneelstukjes voor een jeugdclub. Zelf las ze haar jongere zusjes altijd voor: sprookjes en de Donald Duck. Op school las de meester altijd op zaterdagochtend voor. Die voorleesuren zijn voor haar van onschatbare waarde geweest.
Ze was twee jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en zeven jaar toen de bevrijding kwam. Over die tijd heeft ze haar debuut geschreven Even schuilen voor het onweer. Haar eerste verhalen schreef ze voor het kleutertijdschrift Bobo. Die verhalen zijn in 1986 gebundeld in Martje en Martijn. Daarna schreef ze veel over vriendschap, verliefdheid, anders zijn, pesten, dieren... kortom over het hele leven. Ze verwerkt in haar verhalen herinneringen uit haar jeugd, herinneringen aan de jeugd van haar kinderen en voorvallen uit het leven van haar kleinkinderen. Ook veel van haar omgeving keert in haar boeken terug: haar huis in Arnhem, de plek waar ze ´s zomers veel kwam (de omgeving van Noordwijk) met de zee en het landje achter haar huis, dat een rol speelt in Het grote boek voor Sint en Kerst.

Verder zoeken
Lexicon van de jeugdliteratuur (Martinus Nijhoff)
Encyclopedie van de jeugdliteratuur (Fontein/Wolters Noordhoff)

Websites over Anne Takens

Meer informatie over Anne Takens op Laten lezen.


*




Aanklikken voor een vergroting van de collage

*